Het klimaattransitieplan is een essentieel onderdeel van de strategie van een organisatie om bij te dragen aan de mondiale strijd tegen klimaatverandering. Het vormt de basis voor het identificeren en beheren van de risico’s en kansen die gepaard gaan met de overgang naar een klimaat neutrale wereld. In het kader van de EFRAG’s klimaatveranderingsstandaard, ESRS E1, is het klimaattransitieplan een vereiste voor de CSRD.
Deze pagina gaat over de inhoud en achtergrond van het klimaattransitieplan, lees hier hoe Kroll SR organisaties helpt aan een klimaattransitieplan.
Wat is een Klimaattransitieplan?
Een Klimaattransitieplan is een strategische blauwdruk waarmee een organisatie uitlegt hoe het zijn bedrijfsmodel aanpast om in overeenstemming te zijn met de overgang naar een duurzame, klimaat neutrale economie. Het beperken van de wereldwijde opwarming tot 1,5°C in overeenstemming met het Akkoord van Parijs en het streven naar klimaatneutraliteit tegen 2050 vormen de basis van dit plan. Het Klimaattransitieplan moet onder andere broeikasgasemissiereductiedoelstellingen, sleutelacties, financieringsdetails en maatregelen voor het beheren van uitstootrijke activa bevatten.
Belang van het klimaattransitieplan
Met de toenemende urgentie van de klimaatcrisis is het van essentieel belang dat organisaties hun impact op het milieu begrijpen en actief stappen ondernemen om hun bijdrage aan broeikasgassen te verminderen. Door het opstellen van een klimaattransitieplan kunnen organisaties systematisch hun uitstoot verminderen, in lijn met de doelstellingen van het Parijs Akkoord om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C. Bovendien stelt het plan organisaties in staat om transparantie en verantwoording te bieden aan belanghebbenden, waaronder klanten, investeerders en regelgevende instanties. Het klimaattransitieplan is een verplicht onderdeel in de CSRD.
Onderdelen van een klimaattransitieplan
Een effectief klimaattransitieplan moet diverse elementen bevatten:
- Broeikasgasemissiereductiedoelstellingen: Deze moeten in lijn zijn met de doelstelling van 1,5 graden van het Parijs Akkoord.
- Acties: Identificeer de belangrijkste acties die moeten worden ondernomen om de reductiedoelstellingen te bereiken.
- Financiering: Bepaal hoe de transitie financieel zal worden ondersteund.
- Vastgelopen emissies: Begrijp welke emissies mogelijk risico’s vormen voor de overgang naar klimaatneutraliteit.
- Integratie in de bedrijfsstrategie: Het plan moet deel uitmaken van de algemene bedrijfsstrategie.
EFRAG's klimaatveranderingsstandaard, ESRS E1
De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) heeft een standaard ontwikkeld, ESRS E1, voor de rapportage van klimaatverandering, die is georganiseerd in drie pijlers: governance en strategie, materialiteitsbeoordeling, en impact- en risicobeheer. Deze standaard bevat eisen voor de openbaarmaking van een transitieplan, de veerkracht van de impact, risico’s en kansen, en hoe de beoordeling van impact, risico’s en kansen wordt uitgevoerd.
Implementatie van het Klimaattransitieplan
Nadat het Klimaattransitieplan is opgesteld, is de volgende stap de implementatie ervan. Dit vereist de betrokkenheid en het commitment van alle niveaus binnen de organisatie.
Betrokkenheid van het management: Het management moet duidelijk laten zien dat zij achter het plan staan. Dit kan worden bereikt door het plan publiekelijk te onderschrijven en door zelf het goede voorbeeld te geven. Zij moeten ook het belang van het plan communiceren naar de rest van de organisatie en de voortgang van het plan regelmatig bespreken.
- Verantwoordelijkheden toewijzen: De rollen en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het plan moeten duidelijk worden gedefinieerd. Het kan nuttig zijn om een specifieke persoon of team aan te stellen die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de uitvoering van het plan.
- Training en bewustwording: Medewerkers moeten worden opgeleid en zich bewust zijn van het belang van klimaatverandering en de rol die zij kunnen spelen in de transitie. Dit kan worden bereikt door middel van trainingen, workshops en andere bewustwordingsinitiatieven.
- Monitoring en evaluatie: Het is essentieel om de voortgang van het plan regelmatig te monitoren en te evalueren. Dit omvat zowel het meten van de voortgang richting de gestelde doelen als het beoordelen van de effectiviteit van de genomen maatregelen. Op basis van deze evaluaties kan het plan worden bijgestuurd en aangepast waar nodig.
- Transparante communicatie: De organisatie moet transparant communiceren over de voortgang van het plan naar alle stakeholders, waaronder medewerkers, klanten, investeerders, en de bredere gemeenschap. Dit kan bijdragen aan het creëren van vertrouwen en kan ook anderen inspireren om soortgelijke acties te ondernemen.